RESTAURATIE
Wij gaan conserverend te werk. Mocht het voor het behoud van de spiegel nodig zijn, gaan we over tot restauratie. Daarbij is het bestaande patine ons uitgangspunt!
Hoe we te werk gaan, hangt af van de leeftijd van de spiegel. Eén ding is altijd hetzelfde en dat is de techniek van vergulding.
‘Wij restaureren onze antieke spiegels aan de hand van een eeuwenoude techniek en met traditionele producten. Authenticiteit staat voorop!’
Franse spiegels uit de 18e eeuw zijn meestal gemaakt van lindehout, een makkelijk te steken houtsoort. Op de lijst en ornamenten wordt van oudsher een aantal lagen gesso aangebracht die de onvolkomenheden van het steekwerk bedekt. Deze lagen worden helemaal glad gepolijst. Om ze goed te kunnen vergulden, wordt daarna een bolus gebruikt die bestaat uit dierlijke lijm en zachte klei (die van nature geel, zwart of rood is). Er worden verschillende kleuren bolus gebruikt om het ornament en de profilering te benadrukken.
Op de boluslaag komt uiteindelijk het bladgoud dat wordt gepolijst met een agaatsteen. Hierdoor krijgt het goud zijn natuurlijke hoogglans. In de 19e eeuw is de techniek van vergulden hetzelfde als in de eeuwen ervoor. Alleen verandert de techniek van spiegellijsten maken. Uitgangspunt is nog steeds lindehout. Alleen worden de ornamenten nu niet meer met de hand gestoken, maar gemaakt van pate. Bij de restauratie van spiegels uit de 19e eeuw gebruiken ook wij dit mengsel van krijt en dierlijke lijm.
‘Origineel spiegelglas is nog steeds heel waardevol’
In ons atelier behouden wij te allen tijde het originele spiegelglas. De eerste glazen spiegels werden gemaakt van obsidiaan, een soort donker vulkanische glas. Dit glas werd in muren gezet en diende als spiegel.
In de Middeleeuwen werden spiegels gemaakt uit blazen bollen. Zie bijvoorbeeld de convexe spiegel in het beroemde schilderij ‘Portret van Giovanni Arnolfini en zijn vrouw’ van Jan van Eyck uit 1434.
Rond 1500 ontdekte men een techniek waarbij spiegels van kwikzilver konden worden gemaakt. Deze techniek werd jarenlang geheim gehouden. Deze spiegels waren dan ook zeer kostbaar. Uit een nalatenschap van 1683 bleek dat een Venetiaanse spiegel van 115/65 cm drie keer zoveel opbracht als een schilderij van Rubens.
De kwikzilver spiegel speelde vierhonderd jaar lang een hoofdrol in de spiegelateliers. De reflecterende laag bestond uit circa 75 delen tin en circa 25 delen kwik. In de Spiegelzaal in het kasteel van Versailles zijn 17 arcaden opgevuld met spiegelpanelen. Deze spiegels, gemaakt door Manufacture du Faubourg Saint –Antoine waren in de 17e eeuw een wonder op zich. Niet alleen door de afmetingen, een kleine spiegel kostte in die tijd immers al een vermogen. Maar belangrijker nog, voor de eerste keer konden mensen zichzelf in hun geheel in een spiegel zien!
De latere zilverspiegel, als eerste ontwikkeld door de Duitser Liebig in 1835, gaf een geheel nieuwe wending. Men was nu in staat om grotere panelen spiegelglas te maken. De spiegels werden nu meer architectonisch toegepast in de interieurs.